Over dakisolatie

Wist u dat warmte in huis vooral ontsnapt via het dak? Maar liefst dertig procent van de warmte gaat langs een ongeïsoleerd dak verloren. Goed isoleren is dus de boodschap. Zo bespaart u energie én geld. De Vlaamse overheid wil dat alle woningen een A-label hebben tegen 2050.  Meer informatie vindt u op de website van de Vlaamse Overheid.

Waarop moet u letten wanneer u uw dak isoleert?

  • Kies voor degelijk, dik isolatiemateriaal. Standaardisolatie met een R-waarde van 4,5  is de nieuwe norm. Dit komt overeen met bijvoorbeeld  een laag  rotswol van  18 centimeter dikte. Bereidt u uw dak graag beter voor op de toekomst? Kies dan voor dikker materiaal om tot een A-label te komen. Informeer u hiervoor bij de architect of maak een afspraak voor gratis technisch advies bij het woonkantoor.
  • Breng het materiaal nauwkeurig aan of laat het plaatsen door een professional.
  • Zorg ervoor dat er geen ruimte overblijft tussen het isolatiemateriaal en het onderdak. Werk het isolatiemateriaal aan de binnenkant af met een dampscherm.

Hebt u een hellend dak?

Een hellend dak kan u op twee manieren isoleren. Gebruikt u de zolder alleen maar als opslagplaats? Dan is het voldoende om de zoldervloer te isoleren. Als u de zolder ook verwarmt, moet u het dak zelf isoleren.

De zoldervloer isoleren

Als u uw zolder niet als kamer gebruikt, hoeft het er niet warm te zijn. Dan volstaat het om de vloer te isoleren. U brengt dan isolatiemateriaal aan tussen de draagbalken of bovenop de vloer. Denk eraan om een drukvaste isolatie te gebruiken als de zolder uw opslagruimte is. Anders volstaat een zachter isolatiemateriaal, zoals dekens van schapenwol of glaswol.

Isoleert u een nieuwbouw? Zorg er dan zeker voor dat de dakisolatie naadloos aansluit op de muurisolatie. Anders ontstaat er een koudebrug tussen de muur en het dak. Bij verbouwingen is dat helaas bijna niet te vermijden.

Hellend dak isoleren

Bij een verwarmde zolder isoleert u best het dak zelf. Bij voorkeur gebruikt u isolatiemateriaal van minstens achttien centimeter dik. Hoe dikker, hoe beter: in een lage-energiewoning is de dikte al twintig centimeter of meer.

Hebt u een plat dak?

Een plat dak kan u op twee manieren isoleren. Ofwel opteert u voor een warm plat dak. Ofwel past u de techniek van het omgekeerd dak toe.

Warm plat dak

Bij een warm dak zit de isolatie aan de buitenkant. Wanneer u uw woning verwarmt, verwarmt u de dakconstructie dus mee.

Bovenop de isolatielaag komt een afdekking of waterkerende laag. U kan ook nog een extra dampremmende of dampdichte laag aanbrengen tussen de isolatielaag en de onderconstructie.

Opgelet: bij een warm dak mag er geen luchtruimte of luchtspouw zitten tussen de isolatie en de dakbedekking.

Omgekeerd dak

Een omgekeerd dak werkt net zoals een warm dak, met één verschil: de isolatie ligt bovenop de afdichting of waterdichte laag. Daarboven komt een bovenlaag, zoals een laag witte keien, om de isolatie op zijn plaats te houden. Op een omgekeerd dak kan u lopen. Dat is bijvoorbeeld nuttig voor dakterrassen, balkons of parkeerdaken.

Voor een omgekeerd dak kiest u het beste harde materialen. Omdat de isolatie bovenaan ligt, moet ze bestand zijn tegen regen, wind, zon en vrieskou. Het materiaal moet dus waterbestendig en drukvast zijn. Geschikte materialen zijn geëxtrudeerd polystyreen (XPS) of geëxpandeerd polyurethaan (PUR), maar er bestaan ondertussen ook harde hernieuwbare materialen. Maak een gratis afspraak met een technisch adviseur van het Woonkantoor voor meer informatie.